JOL 2008, 4
HR, 11-01-2008, nr. C06/015HR
HR 11-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB5077
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/015HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BB5077
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB5077, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB5077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2005
Essentie
Merkenrecht. Vervallenverklaring merkrecht wegens non-usus; 'geldige reden' als bedoeld in art. 5 lid 2 BMW, art 2.26 lid 2 BVIE en art. 5 lid 3 (oud) BMW; richtlijnconforme uitleg voor tijdvak vanaf 1 januari 1993. Verwijzingsinstructie.
De term 'geldige reden', zoals die laatstelijk voorkwam in art. 5 lid 2 BMW (thans art. 2.26 lid 2 BVIE) moet worden uitgelegd overeenkomstig art. 10 lid 1 en 12 lid 1 van de Eerste Merkenrichtlijn (89/104/EEG), die sedert 1 januari 1996 in die bepalingen van de BMW, resp. het BVIE, is geïmplementeerd. Nu de Richtlijn evenwel uiterlijk op 31 december 1992 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.