NJB 2008, 291
HR, 21-12-2007, nr. 07/12766HR
HR 21-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB9666
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
07/12766HR
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BB9666
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB9666, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB9666, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑10‑2007
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. De rechtbank heeft miskend dat betrokkene behoorlijk voor haar verhoor diende te zijn opgeroepen door de griffier en verzuimd de gronden aan te geven waarop haar oordeel berust dat betrokkene niet gehoord wilde worden.
Partij(en)
Verzoekster, adv. mr. G.E.M. Later,
tegen
de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
Op 7 augustus 2007 is het verzoek van de officier van justitie om een voorlopige machtiging mondeling behandeld in aanwezigheid van de echtgenoot en de dochter van betrokkene, haar advocaat en de behandelend psychologe, maar buiten aanwezigheid van betrokkene zelf. Betrokkene was door haar echtgenoot en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.