HR, 14-12-2007, nr. C06/191HR

Documentgegevens:

HR 14-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB4765

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 14 december 2007
Magistraten: Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels
Zaaknummer: C06/191HR
Conclusie: A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
LJN: BB4765
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2007:BB4765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB4765, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2006
Wetingang: BW art. 3:33; BW art. 3:35; BW art. 3:59

Essentie

Onjuiste partijaanduiding in appelexploot. Beantwoording van de vraag wie als eisende partij optreedt, vergt uitleg van het exploot waarmee de desbetreffende instantie is ingeleid. Ingevolge art. 3:59 BW zijn art. 3:33 en art. 3:35 BW op deze uitleg overeenkomstig van toepassing. Rectificatie van een aanvankelijk onjuiste partijaanduiding is een aanvaardbaar middel tot herstel van een gemaakte vergissing wanneer het onder de gegeven omstandigheden voor de processuele wederpartij kenbaar was dat van een vergissing sprake was, die wederpartij door de vergissing en de rectificatie daarvan niet is benadeeld of in haar verdediging geschaad, en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.