RFR 2008, 27
Huwelijksvermogensrecht. Vertegenwoordigt het huurrecht van de echtelijke woning dat bij echtscheiding aan één der echtgenoten is toegewezen, een waarde die voor verrekening tussen de echtgenoten in aanmerking komt?
HR 14-12-2007, BA4204 (Conclusie) (Voortzetting na echtscheiding)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 december 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/109HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BA4204
- Roepnaam
Voortzetting na echtscheiding
- JCDI
JCDI:ADS871615:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Huurrecht / Huur van woonruimte
Goederenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2007
ECLI:NL:GHSHE:2006:BA4204, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 17‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑03‑2006
- Wetingang
BW art. 1:165; BW art. 7:266
Essentie
Vertegenwoordigt het huurrecht van de echtelijke woning dat ex art. 7:266 lid 5 BW in geval van echtscheiding aan één der echtgenoten is toegewezen, een waarde die voor verrekening tussen de echtgenoten in aanmerking komt?
Samenvatting
Partijen zijn met elkaar buiten gemeenschap van goederen gehuwd. De vrouw was bij het aangaan van het huwelijk huurster van een woning. Door het huwelijk is de man op grond van art. 7:266 BW medehuurder geworden. Partijen zijn gescheiden en de rechtbank en het hof hebben bepaald, dat de man huurder zal zijn van de woning.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.