NJB 2008, 75
HR, 07-12-2007, nr. C06/221HR: Tahmasebi/Shell
HR 07-12-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB5625 (Tahmasebi/Shell)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 december 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/221HR
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BB5625
- Roepnaam
Tahmasebi/Shell
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB5625, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑12‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB5625, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑07‑2006
- Wetingang
Essentie
Bedrijfsongeval. Een magazijnmedewerker gebruikt, ondanks de aanwezigheid van een geschikte trap, een ander trapje om een doos te pakken en verdraait zijn knie. Zorgplicht werkgever. Het oordeel van het hof dat het ongeval niet heeft plaatsgevonden in een werkomgeving, of tijdens werkzaamheden, die zodanige risico's van dit soort ongevallen opleveren dat de uit art. 7:658 lid 1 BW voortvloeiende en op de werkgever rustende zorgplicht meebracht dat hij, naast het ter beschikking stellen van de geschikte trap, maatregelen had moeten treffen of aanwijzingen had moeten geven die redelijkerwijs nodig waren om ongevallen als dat van eiser te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.