RvdW 2007, 1023
HR, 30-11-2007, nr. R06/183HR
HR 30-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB9094
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/183HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BB9094
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB9094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB9094, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2006
- Wetingang
EVRM art. 8; BW art. 1:377f
Essentie
Verzoek omgangsregeling ex art. 1:377f BW; ‘nauwe persoonlijke betrekking’ tussen biologische vader (bekende spermadonor) en kind?; art. 8 EVRM; verbreking nauwe persoonlijke betrekking?
Geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft het oordeel van het hof dat tussen de biologische vader en het kind reeds voor de geboorte een nauwe persoonlijke betrekking als bedoeld in art. 1:377f BW is ontstaan in een geval als het onderhavige waarin het gaat om een bekende donor die met de (lesbische) moeder niet een bestendige affectieve relatie onderhield, maar die met haar ten tijde van de bevruchting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.