RN 2008, 28
Bewijslastverdeling. Op welke wijze kan een bestuurder het bewijsvermoeden van art. 2:248 lid 2 BW ontkrachten?
HR 30-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6773 (Blue Tomato)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, E.J. Numann
- Zaaknummer
C06/102HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
BA6773
- Roepnaam
Blue Tomato
- JCDI
JCDI:ADS872030:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA6773, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA6773, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑03‑2006
- Wetingang
BW art. 2:248; BW art. 2:394
Essentie
Op welke wijze kan een bestuurder het bewijsvermoeden van art. 2:248 lid 2 BW ontkrachten?
Samenvatting
X was bestuurder en enig aandeelhouder van Blue Tomato B.V., een vennootschap die een breifabriek exploiteerde. Het bedrijfspand waarin die fabriek was gevestigd, is door brand verwoest. De brandverzekeraar heeft geweigerd dekking te verlenen, aangezien in het pand geen inbraakalarm aanwezig was, terwijl dit op grond van de polisvoorwaarden wel het geval had moeten zijn. Blue Tomato is een jaar na de brand failliet gegaan.
De curator heeft X op grond van art. 2:248 lid 2 BW aangesproken, aangezien de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.