RFR 2008, 13
Familieprocesrecht. Kan hoger beroep aangetekend worden tegen een tussenbeschikking, waarin een voorlopige omgangsregeling wordt vastgesteld?
HR 23-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB6910
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/044HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BB6910
- JCDI
JCDI:ADS871599:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB6910, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB6910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2007
- Wetingang
Rv art. 358
Essentie
Kan hoger beroep aangetekend worden tegen een tussenbeschikking, waarin een voorlopige omgangsregeling wordt vastgesteld?
Samenvatting
De vader heeft bij de rechtbank een verzoek ingediend tot vaststelling van een omgangsregeling met zijn dochter. De moeder bestrijdt dit verzoek. Bij tussenbeschikking stelt de rechtbank een voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de dochter vast, welke omgang dient plaats te vinden in een omgangshuis en waarbij het omgangshuis dient te rapporteren over het feitelijke verloop van de omgang. De moeder heeft hoger beroep aangetekend tegen deze tussenbeschikking. De moeder is van mening dat er geen voorlopige omgangsregeling vastgesteld dient te worden. Ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.