NJB 2007, 2349
HR, 23-11-2007, nr. R07/044HR
HR 23-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB6910
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/044HR
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BB6910
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB6910, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB6910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2007
- Wetingang
Rv art. 223; Rv art. 337 lid 1; Rv art. 358 lid 4
Essentie
Tussentijds appel tegen voorlopige omgangsregeling. Deelbeschikking. Wat betreft de ontvankelijkheid van het hoger beroep is doorslaggevend of de — bij voorraad uitvoerbaar verklaarde — voorlopige beslissing een onherroepelijk karakter heeft in die zin dat de beschikking, eenmaal geëffectueerd, in haar gevolgen niet meer ongedaan kan worden gemaakt.
Partij(en)
De moeder, adv. mr. S.H.M. van der Heiden
tegen
de vader, niet verschenen
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2001 is een dochter geboren uit een affectieve relatie tussen partijen. Deze relatie is nadien beëindigd.
De vader heeft de kinderrechter verzocht een omgangsregeling vast te stellen tussen hem en zijn dochter. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.