NJB 2007, 2346
HR, 23-11-2007, nr. C06/116HR
HR 23-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB6176
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 november 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/116HR
- Conclusie
P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BB6176
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB6176, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB6176, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2006
- Wetingang
BW art. 1:99; BW art. 3:186
Essentie
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Peildatum. Nu partijen in hoger beroep niet de toedeling van de woning aan de man, doch (slechts) de waarde van de woning aan de orde hebben gesteld, heeft de datum van het vonnis van de rechtbank te gelden als datum van de verdeling van de woning. De Hoge Raad doet zelf de zaak af.
Partij(en)
De man, adv. mr. F.M. Ruitenbeek-Bart
tegen
de vrouw, niet verschenen
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen zijn op 12 mei 1989 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Op 8 augustus 1997 zijn zij feitelijk uiteengegaan. De man heeft zijn intrek genomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.