NJB 2007, 2294
HR, 09-11-2007, nr. R07/018HR
HR 09-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3765
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 november 2007
- Zaaknummer
R07/018HR
- LJN
BB3765
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB3765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB3765, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑11‑2007
- Wetingang
RO art. 81
Essentie
Vervangende toestemming. Verwekker verzoekt de rechtbank ex art. 1:204 lid 3 BW vervangende toestemming voor erkenning van een minderjarig kind. Het hof wijst, anders dan de rechtbank, het verzoek af, daartoe overwegende dat de moeder grote angst heeft voor de verwekker en dat, indien de moeder voortdurend rekening zou dienen te houden met mogelijke aanspraken van de man, dit weerslag zou hebben op de ongestoorde verhouding tussen de moeder en het kind.