RAR 2008, 3
Overgang van onderneming. In hoeverre dient een werkgever de betrokken werknemers voor te lichten over de gevolgen van een verkoop van een onderneming?
HR 26-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ9122 (Rabobank/Snoeren)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels, E.J. Numann
- Zaaknummer
C06/117HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AZ9122
- Roepnaam
Rabobank/Snoeren
- JCDI
JCDI:ADS870648:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ9122, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ9122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2006
- Wetingang
BW art. 7:611
Essentie
In hoeverre dient een werkgever de betrokken werknemers voor te lichten over de gevolgen van een verkoop van een onderneming?
Samenvatting
Werkneemster is sinds 1981 bij een vestiging van een bank werkzaam als reismedewerkster. Begin 2003 maakt de bank bekend dat zij zal stoppen met de reisactiviteiten. In aansluiting daarop wordt door de werkgever aan de betrokken werknemers een aantal mededelingen gedaan over hun positie in geval van een mogelijke verkoop van de reisactiviteiten. Daarbij kwam aan de orde dat in dat geval wellicht sprake zou zijn van overgang van onderneming in de zin van art. 7:662 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.