NJ 2008, 259
HR, 26-10-2007, nr. C06/107HR
HR 26-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7626, m.nt. P.C.E. van Wijmen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/107HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
P.C.E. van Wijmen
- LJN
BA7626
- JCDI
JCDI:ADS154755:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA7626, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA7626, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2006
- Wetingang
Reconstructiewet art. 82-83, 86; EVRM art. 6
Essentie
Reconstructiewet Midden-Delfland. Ontvankelijkheid cassatieberoep; doorbreking rechtsmiddelenverbod; maatstaf. Afzonderlijke behandeling bezwaren tegen plan van toedeling; gevolgen. Positie rechter-commissaris; art. 6 EVRM (‘impartial tribunal’).
Ingevolge art. 86 van de Reconstructiewet Midden-Delfland staat tegen de uitspraak van de rechtbank omtrent bezwaren tegen het plan van toedeling geen rechtsmiddel open. Niet uitgesloten is echter dat een cassatieberoep ontvankelijk is, indien erover wordt geklaagd dat de rechtbank een of meer artikelen van de Reconstructiewet betreffende (de vaststelling van) het plan van toedeling ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten of buiten het toepassingsgebied ervan is getreden, dan wel dat bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.