NJB 2007, 2142
HR, 19-10-2007, nr. R06/142HR
HR 19-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5803
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/142HR
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BA5803
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA5803, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA5803, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑10‑2006
- Wetingang
BW art. 1:157; BW art. 1:392; BW art. 1:395a
Essentie
Alimentatie. De vaststelling en de weging van de factoren die de draagkracht van de onderhoudsplichtige bepalen, is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt. Aan deze oordelen kunnen geen hoge motiveringseisen worden gesteld. Zij moeten voldoende inzicht geven in de gedachtegang die aan de beslissing ten grondslag ligt, in het bijzonder hoe de rechter, gelet op het partijdebat, tot zijn beslissing is gekomen, zonder dat de rechter op alle stellingen van partijen behoeft in te gaan. De vaststelling van het bruto-jaarinkomen van de man, het oordeel dat de vrouw zich in redelijkheid geen groter arbeidsinkomen kan verwerven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.