RCR 2008, 1
Haviltexnorm. Hoe is in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen geregeld?
HR 19-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7024
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/123HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BA7024
- JCDI
JCDI:ADS870967:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA7024, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑10‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA7024, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2006
- Wetingang
BW art. 3:35; BW art. 6:2; BW art. 6:248
Essentie
Hoe is in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen geregeld?
Samenvatting
Eiseres tot cassatie is telecomaanbieder Vodafone. Zij verstrekte in het jaar 2000 gratis een aanvullend beltegoed bij aankoop van een pre-paid pakket. Verweerster in cassatie, ETC, heeft in totaal circa 30.000 pre-paid pakketten gekocht, waarbij zij in circa 20.000 gevallen extra beltegoed heeft ontvangen. Met dit beltegoed maakte ETC, via een belcomputer, kort verbinding met een door haarzelf geëxploiteerd 0900-nummer. Vanwege de korte verbindingsduur kostte dit ETC ongeveer ƒ 0,625 per verbinding, terwijl Vodafone ƒ 2,01 per verbinding betaalde, waarvan ETC uiteindelijk ƒ 1,75 ontving. Volgens Vodafone handelt ETC in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.