RAV 2007, 60
Voorlopig deskundigenbericht. In hoeverre moet de rechter zijn beslissing om een deskundigenbericht te volgen danwel daarvan af te wijken motiveren?
HR 19-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5172
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C06/086HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BB5172
- JCDI
JCDI:ADS870929:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verzekeringsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB5172, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB5172, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
In hoeverre moet de rechter zijn beslissing om een deskundigenbericht te volgen danwel daarvan af te wijken motiveren?
Samenvatting
Eiser is als gevolg van een aanrijding met het voertuig van gedaagde sub 1 arbeidsongeschikt geraakt. De verzekeraar heeft vervolgens enkele jaren schadevergoeding wegens gederfde inkomsten aan eiser betaald. In 1992 stopt de verzekeraar daarmee. Vervolgens is eiser in overleg met de wederpartij buiten rechte door twee medisch deskundigen onderzocht. Op verzoek van eiser heeft vervolgens een andere deskundige een ‘second opinion’ gegeven over de medische toestand van eiser en is een arbeidsdeskundig rapport uitgebracht. Zij zijn tot de conclusie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.