NJB 2007, 1970
HR, 28-09-2007, nr. R07/045HR
HR 28-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3193
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels
- Zaaknummer
R07/045HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BB3193
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB3193, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB3193, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑03‑2007
- Wetingang
Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 4; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 12 lid 2; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 13 lid 1 aanhef en onder b; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 20; EVRM art. 8; IVRK art. 3 lid 1
Essentie
Internationale kinderontvoering. Vervolg op HR 20 oktober 2006, NJ 2007, 383. Gelijke overwegingen als de hiervoor opgenomen beschikking R07/045HR. Voorts: art. 3 lid 1 van het Verdrag inzake de rechten van het kind staat niet in de weg aan toewijzing van het verzoek.
Partij(en)
De moeder, adv. mr. J. Brandt,
tegen
de Centrale Autoriteit pro se en namens de vader, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Uit de relatie van partijen is in 2002 een dochter geboren. Partijen zijn in november 2003 naar Hawaï verhuisd. Op 24 januari 2004 heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.