RvdW 2007, 811
HR, 28-09-2007, nr. C06/110HR
HR 28-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5800
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/110HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BA5800
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA5800, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA5800, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2006
- Wetingang
Rv art. 166
Essentie
Bewijsaanbod. Specificatievereiste.
Nu het in eerste aanleg gedane en in hoger beroep als herhaald te beschouwen bewijsaanbod van de man (betreffende het bestaan van leningen) de getuigen die kunnen worden gehoord specificeert en, gelet op de omstandigheden van het geval en op de wijze waarop het processuele debat van partijen zich heeft ontwikkeld, ook wat betreft de te bewijzen stellingen van de man voldoende specifiek is, heeft het hof het bewijsaanbod van de man ten onrechte gepasseerd.
Samenvatting
In het kader van de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, heeft de man gesteld dat zijn vader hem gelden heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.