NJB 2007, 1911
HR, 21-09-2007, nr. R06/004HR
HR 21-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6258
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 september 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/004HR
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- LJN
BA6258
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA6258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA6258, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑09‑2007
- Wetingang
Rv Ned. Antillen art. 70a lid 1; Rv art. 67 lid 1
Essentie
Antillenzaak. De klacht dat het hof heeft nagelaten het beroep op gewijsde in zijn beschouwingen te betrekken, slaagt.
Partij(en)
Eiseres, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
23 verweerders, adv. mr. J.A. Meijer.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
De grond waarop de woning van eiseres staat maakt deel uit van een voormalige plantage op Curaçao. Verweerders, allen erfgenamen van erflater A, voeren al geruime tijd een juridische strijd met de erven van erflater B over de vraag aan wie van hen de eigendom van het terrein van deze voormalige plantage toekomt.
Eiseres heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.