JOL 2007, 586
HR, 21-09-2007, nr. R06/004HR
HR 21-09-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6258
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 september 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/004HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BA6258
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA6258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA6258, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑09‑2007
Essentie
Antillenzaak. Voorbijgaan aan beroep op gezag van gewijsde.
Slagende klachten dat het hof in zijn eindvonnis heeft nagelaten het beroep van thans verzoekster tot cassatie op gewijsde van een in een andere procedure tussen partijen gewezen vonnis in zijn beschouwingen te betrekken.
Partij(en)
[Eiseres], te Curaçao, eiseres tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
[Verweerder] en 22 anderen, genoemd in het verzoekschrift tot cassatie, allen erfgenamen van [betrokkene 1], allen te Curaçao, verweerders in cassatie, adv. mr. J.A. Meijer.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 23 oktober 2003 ter griffie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.