NJB 2007, 1780
HR, 07-09-2007, nr. C06/312HR
HR 07-09-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA5197
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 september 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein en J.C. van Oven
- Zaaknummer
C06/312HR
- Conclusie
A-G E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BA5197
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA5197, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑09‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA5197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2006
- Wetingang
Fw art. 27 lid 2; Fw art. 313
Essentie
Ontslag van instantie. Het hof heeft ontslag van instantie verleend wegens faillissement van eiser. In cassatie tegen dat oordeel vordert de wederpartij opnieuw ontslag van instantie. Art. 27 lid 2 Fw dwingt niet tot toewijzing van een vordering tot verlening van ontslag van de instantie. Voor afwijzing zal in ieder geval reden zijn indien toewijzing van de vordering in strijd zou komen met de eisen van een goede procesorde. Bij de beoordeling dient het belang van de wederpartij van de failliet dat hij de proceskosten niet op de failliet zal kunnen verhalen, te worden afgewogen tegen het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.