NJ 2007, 504
HR, 13-07-2007, nr. C05/232HR: Barneveld/Gasunie
HR 13-07-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1598, m.nt. M.R. Mok (Barneveld/Gasunie)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/232HR
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AZ1598
- Roepnaam
Barneveld/Gasunie
- JCDI
JCDI:ADS111652:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ1598, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad (bouwvergunning verleend in strijd met planvoorschriften); beginsel formele rechtskracht; uitzondering?; relativiteitsvereiste.
Onjuist is de opvatting dat voor een uitzondering op de formele rechtskracht op grond van de omstandigheid dat aan de overheid valt toe te rekenen dat een belanghebbende heeft verzuimd tegen een besluit op te komen, alleen plaats is indien redelijkerwijs onduidelijkheid kon bestaan over het openstaan van bestuursrechtelijke rechtsbescherming en het bestaan van die onduidelijkheid viel toe te rekening aan de overheid; door de daarin opgenomen beperking tot onduidelijke gevallen gaat zij uit van een onjuiste rechtsopvatting. Het hof heeft terecht een uitzondering op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.