AB 2008/155
HR, 13-07-2007, nr. C05/232HR: Barneveld/Gasunie
HR 13-07-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1598, m.nt. F.J. van Ommeren (Barneveld/Gasunie)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/232HR
- Conclusie
A-G Keus
- Noot
F.J. van Ommeren
- LJN
AZ1598
- Roepnaam
Barneveld/Gasunie
- JCDI
JCDI:ADS859805:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ1598, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2005
- Wetingang
Awb art. 6:11; BW art. 6:162, 6:163, Rv art. 70
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; uitzondering op formele rechtskracht; relativiteitsvereiste.
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht een uitzondering op de formele rechtskracht heeft aangenomen. Niet juist is de opvatting dat voor een uitzondering op de formele rechtskracht op grond van de omstandigheid dat aan de overheid valt toe te rekenen dat een belanghebbende heeft verzuimd tegen een besluit op te komen, alleen plaats is indien redelijkerwijs onduidelijkheid kon bestaan over het openstaan van bestuursrechtelijke rechtsbescherming en het bestaan van die onduidelijkheid viel toe te rekenen aan de overheid.
Voor dit geval geldt dat op grond van het derde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.