NJB 2007, 1592
HR, 29-06-2007, nr. R06/045HR
HR 29-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4663
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/045HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AZ4663
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ4663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑04‑2006
- Wetingang
EG-Richtlijn nr. 95/46 art. 12; WBPg art. 1 aanhef en onder c; WBPg art. 2 lid 1; WBPg art. 25; WBPg art. 35; WBPg art. 39; WBPg art. 43; WPR (oud) art. 29; Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen art. 7.1.1; Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen art. 8.5.3; Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen art. 8.5.5; Rv art. 843a
Essentie
Persoonsgegevens. De Wet bescherming persoonsgegevens moet conform Richtlijn 95/46/EG worden uitgelegd. De verantwoordelijke in de zin van de Wbp kan niet het verzoek ex art. 35 Wpb afwijzen met een beroep op de omstandigheid dat dit verzoek is gericht op de verstrekking van reeds aan verweerder bekende gegevens, zij het dat hij geen gegevens behoeft te verstrekken waarover de betrokkene reeds beschikt en aan de hand waarvan deze zich reeds een oordeel heeft kunnen vormen. De verantwoordelijke moet alle relevante informatie over de betrokkene verschaffen, hetgeen vaak zal kunnen — en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.