NJB 2007, 1375
HR, 08-06-2007, nr. R07/059HR
HR 08-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3535
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R07/059HR
- Conclusie
A-G F.F. Langemeijer
- LJN
BA3535
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA3535, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA3535, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑03‑2007
- Wetingang
BOPZ art. 10 lid 4; BOPZ art. 14c lid 1; BOPZ art. 17 lid 3; BOPZ art. 30
Essentie
Geldigheidsduur BOPZ-machtiging. Evenals ten aanzien van elders in de Wet BOPZ opgenomen bepalingen het geval is, moet ‘na haar dagtekening’ in art. 30 zo worden verstaan, dat een machtiging weliswaar terstond na de uitspraak van de rechter van kracht wordt, en dus voor tenuitvoerlegging vatbaar, maar dat voor de berekening van de einddatum van de machtiging de dag waarop de beschikking is gedagtekend niet wordt meegeteld.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. E. Grabandt
tegen
de officier van justitie, adv. mr. D. Stoutjesdijk
Uitspraak
FEITEN EN PROCESVERLOOP
Bij beschikking van 10 december 2006 heeft de burgemeester, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.