JOL 2007, 403
HR, 08-06-2007, nr. R06/002HR
HR 08-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ6096
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/002HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AZ6096
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ6096, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6096, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2006
Essentie
Berusting; ratio van art. 427 lid 1. Rv.; ambtshalve vaststelling berusting door de rechter?; Hoge Raad gaat om. Gelet op de ratio van art. 427 lid 1 Rv. staat de berusting van thans verzoekers tot het incidentele cassatieberoep, welke berusting plaatsvond voordat het principaal cassatieberoep werd ingesteld, niet aan ontvankelijkheid van het door hen ingestelde incidentele beroep in de weg. Nu evenwel de wederpartij gedragingen van verzoekers die na het instellen van het principaal beroep hebben plaatsgevonden, mocht opvatten als een nieuwe berusting van verzoekers, slaagt het beroep van de wederpartij op berusting door verzoekers ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.