NJB 2007, 1308
HR, 01-06-2007, nr. R07/073HR
HR 01-06-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA3536
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 juni 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R07/073HR
- Conclusie
A-G F.F. Langemeijer
- LJN
BA3536
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA3536, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑06‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA3536, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑04‑2007
- Wetingang
BOPZ art. 5 lid 1
Essentie
Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Het inleidende verzoek was niet toewijsbaar, nu de daarbij overgelegde geneeskundige verklaring niet (mede) was ondertekend door de geneesheer‑directeur. Onvoldoende is dat de (waarnemend) geneesheer‑directeur een bijgevoegd behandelingsplan wel heeft ondertekend, tijdens de zitting aanwezig is en een mondelinge toelichting geeft. Na verwijzing zal moeten worden onderzocht of het inleidende verzoek alsnog kan worden toegewezen.
Partij(en)
Verzoekster, adv, mr. E. Grabandt
tegen
de officier van justitie, niet verschenen
Uitspraak
PROCESVERLOOP
Bij verzoekschrift tot het verlenen van een voorlopige machtiging om betrokkene te doen opnemen en verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis heeft de officier ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.