NJB 2007, 949
HR, 13-04-2007, nr. R06/099HR
HR 13-04-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ6098
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 april 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein en J.C. van Oven
- Zaaknummer
R06/099HR
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
AZ6098
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ6098, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑04‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑08‑2006
- Wetingang
BW art. 1:394
Essentie
Kinderalimentatie. Behoefte kind. In een geval waarin een kind niet in gezinsverband met beide ouders heeft geleefd bestaat er in het algemeen geen goede grond om voor de bepaling van de behoefte van dat kind zonder meer aansluiting te zoeken bij de welstand die past bij de financiële armslag van een fictief gezin waarvan het gezinsinkomen bestaat uit de som van de netto-inkomens van de ouders. Indien de rechter daarbij toch aansluiting zoekt, zal hij moeten verdisconteren dat de huisvestings- en andere vaste lasten van twee afzonderlijke huishoudens relatief hoger liggen dan die van een gecombineerd huishouden.
Omvang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.