NJB 2007, 774
HR, 23-03-2007, nr. R06/001HR
HR 23-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ5443
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/001HR
- Conclusie
A-G E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
AZ5443
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ5443, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5443, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑01‑2006
- Wetingang
BW art. 1:253a; BW art. 1:377a lid 3; BW art. 1:377h lid 2
Essentie
Omgangsregeling. De wet biedt geen grondslag voor definitieve ontzegging van omgang bij gezamenlijke gezagsuitoefening. Het hof heeft de vader de omgang met de kinderen voor onbepaalde tijd ontzegd. De overweging van het hof dat omgang ‘op dit moment en de nabije toekomst’ in het belang van de kinderen niet wenselijk is, kan niet worden aangemerkt als een beperking in tijd.
Partij(en)
De vader, adv. aanvankelijk: mr. P.J.A. Prinsen
tegen
de moeder, niet verschenen
Uitspraak
FEITEN EN PROCESVERLOOP
Partijen zijn in 1993 met elkaar gehuwd. Uit dit huwelijk zijn in 1993 en 1994 twee kinderen geboren. Partijen oefenen gezamenlijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.