NJB 2007, 771
HR, 23-03-2007, nr. C05/328HR
HR 23-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ5441
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/328HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AZ5441
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ5441, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5441, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑11‑2005
- Wetingang
Essentie
Executiegeschil arbitraal vonnis. In een executiegeschil over een onherroepelijk geworden arbitraal vonnis waarvoor verlof tot tenuitvoerlegging is verleend, is geen plaats voor een nieuwe beoordeling van het geschil met een bewijsopdracht en een nieuw deskundigenonderzoek.
Processuele wederpartij. Bij het instellen van een rechtsmiddel mag een partij in beginsel afgaan op de van zijn wederpartij in de vorige instantie verkregen informatie omtrent de rechtsopvolging en de hiermee gepaard gaande wijzigingen in de tenaamstelling. Eiseres is ontvankelijk in haar beroep tegen de op basis van die informatie in rechte betrokken wederpartij en ook in haar beroep tegen de blijkens het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.