NJB 2007, 715
HR, 16-03-2007, nr. R06/058HR
HR 16-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7907
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/058HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AZ7907
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ7907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ7907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hof 's-Gravenhage, 08‑05‑2006
- Wetingang
Wet 28 april 1994 Stb. 324 art. II lid 2
Essentie
Wet limitering alimentatie na scheiding. Niet is begrijpelijk dat het hof tot het oordeel is gekomen dat de gefaseerde definitieve beëindiging van de alimentatie voor de vrouw niet van zo ingrijpende aard is dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van haar kan worden gevergd, met andere woorden: voor haar niet hoogst onrechtvaardig is. Het hof had moeten doen uitkomen hoe het de financiële positie van de man in de aan zijn beslissing ten grondslag liggende afweging heeft betrokken. Het hof had verder moeten doen uitkomen waarom het beding van niet-wijziging in het echtscheidingsconvenant en het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.