NJB 2007, 711
HR, 16-03-2007, nr. C05/278HR
HR 16-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ1490
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/278HR
- Conclusie
A-G E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
AZ1490
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ1490, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1490, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑09‑2005
- Wetingang
EVRM art. 6; RO art. 80 lid 1; Rv art. 332 lid 1
Essentie
Cassatiegronden in zaken onder de appelgrens. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat de uitsluiting van hoger beroep in zaken onder de appelgrens niet wordt doorbroken door de doorbrekingsgronden die hoger beroep wel mogelijk maken daar waar dat in bijzondere wetsbepalingen is uitgesloten. De uitsluiting van doorbreking van de appelgrens is evenwel slechts aanvaardbaar indien in het cassatieberoep ruimte wordt geboden voor klachten over schending van fundamentele rechtsbeginselen. Die ruimte acht de Hoge Raad aanwezig.
Hoewel de wetgever de in art. 80 lid 1 RO opgenomen cassatiegronden als exclusief heeft bedoeld, kan deze exclusiviteit thans niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.