NJB 2007, 709
HR, 16-03-2007, nr. C05/255HR: Wooning/Wooning
HR 16-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ0613 (Wooning/Wooning)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein en J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/255HR
- Conclusie
A-G J.L.R.A. Huydecoper
- LJN
AZ0613
- Roepnaam
Wooning/Wooning
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ0613, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0613, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑09‑2005
- Wetingang
Rv art. 151 lid 2; Rv art. 152 lid 1; Rv art. 157 lid 2; BW art. 3:35
Essentie
Inhoud overeenkomst. Bewijsrecht. Het te leveren tegenbewijs tegen dwingend bewijs van een authentieke of onderhandse akte mag geslaagd worden geacht als op grond daarvan het door de akte geleverde bewijs is ontzenuwd. Met het oordeel dat het geleverde tegenbewijs in verband met de dwingende bewijskracht van de akte alleen dan voldoende was, indien het de juistheid van de daar opgenomen partijverklaring volledig weerlegde, heeft het hof te hoge eisen gesteld aan het in dit verband door de ondertekenaar van de akte te leveren tegenbewijs.
Voor de beantwoording van de vraag of eiser in het bewijs is geslaagd, zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.