NJB 2007, 708
HR, 16-03-2007, nr. C05/220HR
HR 16-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ6635
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/220HR
- Conclusie
A-G L. Timmerman
- LJN
AZ6635
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ6635, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6635, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2007
- Wetingang
Inv.w art. 36 lid 2; Uitvoeringsbesl. Inv.w 1990 art. 7 lid 3; AWR art. 19
Essentie
Invordering. Bestuurdersaansprakelijkheid. Melding van betalingsonmacht. De Invorderingswet 1990 noch het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 bepaalt met zoveel woorden dat een tijdige melding van betalingsonmacht op grond van art. 36 lid 2 Invorderingswet 1990 slechts gelding heeft voor belasting die ten tijde van die melding al behoorde te zijn afgedragen of voldaan. Een dergelijke regel ligt ook niet zonder meer besloten in het wettelijk systeem.
Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat met betrekking tot een belasting waarvoor een zodanige melding is gedaan niet opnieuw een melding van betalingsonmacht behoeft te worden gedaan zolang nog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.