RO 2007, 31
Afgeleide schade. Onder welke omstandigheden kan een aandeelhouder de bestuurder van een vennootschap aanspreken ter zake van afgeleide schade? ([eiseres])
HR 16-02-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ0419 (Tuin Beheer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/173HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AZ0419
- Roepnaam
Tuin Beheer
- JCDI
JCDI:ADS73569:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ0419, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0419, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Onder welke omstandigheden kan een aandeelhouder de bestuurder van een vennootschap aanspreken ter zake van afgeleide schade?
Samenvatting
[eiseres] is enig aandeelhoudster van [A] B.V. (hierna: [A]). Enig bestuurder van [A] is [B] B.V. (hierna: [B]). Nadat [A] in september 1988 voorlopige surséance van betaling is verleend, wordt zij in oktober 1988 failliet verklaard. Dezelfde dag wordt het hotel, dat onderdeel uitmaakt van de boedel, verkocht. Uiteindelijk komt het hotel in handen van een aan [B] gelieerde vennootschap.
[eiseres] heeft in een eerder geding schadevergoeding gevorderd van [B]. [eiseres] heeft gesteld dat [B] onrechtmatig heeft gehandeld door surséance ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.