NJB 2007, 482
HR, 09-02-2007, nr. C05/337HR
HR 09-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6526
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 februari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/337HR
- Conclusie
A-G J. Wuisman
- LJN
AZ6526
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ6526, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6526, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2005
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Arbeidsongeval. Werknemer valt door een dak.
Bewijswaardering. Het hof mocht bij zijn oordeel over de (bewijs)waarde van de verklaring van een getuige de jeugdige leeftijd en het ontbreken van ‘direct belang’ van de getuige betrekken.
Het oordeel van het hof dat de werkgever uitdrukkelijk opdracht had moeten geven valbeschermingsmaatregelen te treffen geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting omtrent de voor de werkgever uit art. 7:658 BW voortvloeiende verplichtingen.
Het hof heeft de eigen deskundigheid en functie van de werknemer als één van de van belang zijnde omstandigheden in de beoordeling betrokken. Dit maakt het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.