NJB 2007, 431
HR, 02-02-2007, nr. C05/313HR: NBA/Meerhuysen
HR 02-02-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ4410 (NBA/Meerhuysen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 februari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/313HR
- Conclusie
A-G D.W.F. Verkade
- LJN
AZ4410
- Roepnaam
NBA/Meerhuysen
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ4410, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2005
Essentie
Uitleg beding. In een geval waarin sprake is van een koop op een executoriale veiling, geldt als uitgangspunt bij de uitleg van een van de veilingvoorwaarden deel uitmakend beding als het onderhavige, waarmee wordt beoogd de rechtspositie van een derde, te weten de veilingkoper, te bepalen, dat een toespitsing van de Haviltex-norm op een geobjectiveerde maatstaf in de rede ligt. Op de grondslag dat van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen (HR 20 februari 2004, nr. C02/219, NJ 2005, 493 [Pensioenfonds DSM/Fox]), leidt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.