RFR 2007, 42
Afstammingsrecht. Vaststelling Nederlanderschap. Waarde postnatale erkenning met bewijs van verwekkerschap.
HR 26-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ1624
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/125HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AZ1624
- JCDI
JCDI:ADS871598:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ1624, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 1:207; IVBP art. 26; Rijkswet Nederlanderschap art. 3; Rijkswet Nederlanderschap art. 4; Rijkswet Nederlanderschap art. 17
Essentie
Arubaanse zaak. Kan voor de vaststelling van het Nederlanderschap van een kind postnatale erkenning met bewijs van verwekkerschap gelijk worden gesteld met gerechtelijke vaststelling van het vaderschap?
Samenvatting
De moeder van het op 15 juli 2003 geboren kind heeft de Colombiaanse nationaliteit. De vader die het kind drie dagen na de geboorte heeft erkend, heeft de Nederlandse nationaliteit. Beide ouders wonen in Aruba. In 2004 hebben de ouders namens het kind bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba een verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap ingediend. Nadat de ouders met behulp van rapporten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.