NJB 2007, 373
HR, 26-01-2007, nr. R05/125HR
HR 26-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ1624
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/125HR
- Conclusie
A-G L. Strikwerda
- LJN
AZ1624
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ1624, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2007
- Wetingang
Rijkswet Nederlanderschap art. 3 lid 1; Rijkswet Nederlanderschap art. 4; Rijkswet Nederlanderschap art. 18; IVBP art. 26; BW art. 1:207
Essentie
Arubaanse zaak. Vaststelling Nederlanderschap. Kind van niet-Nederlandse moeder dat na zijn geboorte door Nederlander wordt erkend. Terecht heeft het hof onder verwijzing naar art. 26 IVBPR een postnatale erkenning in combinatie met gerechtelijk bewijs van het verwekkerschap met het oog op de toepassing van art. 4 RwNed gelijkgesteld met een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en op die basis de ouders toegelaten te bewijzen dat de vader de verwekker van het kind is, en nadat dat bewijs was geleverd, vastgesteld dat het kind Nederlander wordt met ingang van de in art. 4 RwNed ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.