NJB 2007, 316
HR, 19-01-2007, nr. C05/240HR
HR 19-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0129
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/240HR
- Conclusie
A-G E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
AZ0129
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ0129, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2005
- Wetingang
BW art. 1:234; BW art. 1:253i
Essentie
Aansprakelijkheidsrecht. Ongeval van een kind tijdens de gymnastiekles. De ouders vorderen als wettelijk vertegenwoordigers schadevergoeding. Tijdens de procedure in eerste aanleg wordt het kind meerderjarig.
In de overweging van het hof ligt besloten dat de ouders het hoger beroep namens het kind hebben ingesteld, ook al hadden zij in het appelexploot anders verklaard. Aldus bezien geeft de verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Falende klachten tegen 's hofs oordelen dat de leraar niet de benodigde zorgvuldigheid in acht heeft genomen en dat causaal verband bestaat tussen de verweten gedraging van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.