Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 234 [Bekwaamheid]
Geldend
Geldend vanaf 02-11-1995
- Bronpublicatie:
06-04-1995, Stb. 1995, 240 (uitgifte: 09-05-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23012 Overheid.nl: 23012)
- Inwerkingtreding
02-11-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-1995, Stb. 1995, 478 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Een minderjarige is, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt.
2.
De toestemming kan slechts worden verleend voor een bepaalde rechtshandeling of voor een bepaald doel.
3.
De toestemming wordt aan de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten.