RAR 2007, 39
Cao. Hoe moet de vervaltermijn in de toepasselijke cao worden uitgelegd?
HR 12-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ2895
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 januari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein, W.D.H. Asser; A-G Verkade
- Zaaknummer
C05/301HR
- LJN
AZ2895
- JCDI
JCDI:ADS870578:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Juridische beroepen / Rechter
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ2895, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ2895, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑10‑2005
- Wetingang
CAO; RO art. 79; BW art. 7:661
Essentie
Hoe moet de vervaltermijn in de toepasselijke cao worden uitgelegd?
Samenvatting
Werknemer is in loondienst bij Hekbouw. Hem is een leaseauto ter beschikking gesteld, welke op basis van WA/casco is verzekerd. Op grond van de verzekeringsvoorwaarden zijn niet gedekt beschadigingen aan de leaseauto die zijn ontstaan terwijl de bestuurder onder zodanige invloed van alcohol verkeerde dat hij geacht moest worden niet in staat te zijn een motorrijtuig te besturen, of nadat de bestuurder is veroordeeld op grond van rijden onder invloed en geen beroep meer tegen deze veroordeling kan worden ingesteld. Werknemer veroorzaakt onder invloed van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.