JOL 2006, 833
Faillissementsrecht. Schuldeiser in de zin van art. 69 Fw. Het enkele feit dat thans verzoeker tot cassatie in het faillissement van de besloten vennootschap een vordering heeft ingediend waarover nog in een renvooiprocedure moet worden beslist, leidt niet ertoe dat hij in een procedure op grond van art. 69 Fw als schuldeiser van die vennootschap heeft te gelden. De rechtbank is, teneinde vast te stellen of verzoeker schuldeiser was, terecht ingegaan op de door de curator opgeworpen vraag of de stellingen van verzoeker konden leiden tot het oordeel dat hij een vordering op de vennootschap had.
HR 22-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1502 (Gho/Muurmans)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, E.J. Numann, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/095HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AZ1502
- Roepnaam
Gho/Muurmans
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1502, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1502, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑07‑2006
Essentie
Faillissementsrecht. Schuldeiser in de zin van art. 69 Fw.
Het enkele feit dat thans verzoeker tot cassatie in het faillissement van de besloten vennootschap een vordering heeft ingediend waarover nog in een renvooiprocedure moet worden beslist, leidt niet ertoe dat hij in een procedure op grond van art. 69 Fw als schuldeiser van die vennootschap heeft te gelden. De rechtbank is, teneinde vast te stellen of verzoeker schuldeiser was, terecht ingegaan op de door de curator opgeworpen vraag of de stellingen van verzoeker konden leiden tot het oordeel dat hij een vordering op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.