JOL 2006, 833:Faillissementsrecht. Schuldeiser in de zin van art. 69 Fw. Het enkele feit dat thans verzoeker tot cassatie in het faillissement van de besloten vennootschap een vordering heeft ingediend waarover nog in een renvooiprocedure moet worden beslist, leidt niet ertoe dat hij in een procedure op grond van art. 69 Fw als schuldeiser van die vennootschap heeft te gelden. De rechtbank is, teneinde vast te stellen of verzoeker schuldeiser was, terecht ingegaan op de door de curator opgeworpen vraag of de stellingen van verzoeker konden leiden tot het oordeel dat hij een vordering op de vennootschap had.