NJB 2007, 154
HR, 22-12-2006, nr. C05/279HR: Schmidt/Thunnissen
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY9224 (Schmidt/Thunnissen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/279HR
- Conclusie
A-G L. Strikwerda
- LJN
AY9224
- Roepnaam
Schmidt/Thunnissen
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY9224, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY9224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2005
- Wetingang
BW art. 3:13
Essentie
Beslag- en executierecht. Geschil tussen koper en verkoper van een perceel met bedrijfsloods c.a. over misbruik van executiebevoegdheid door betaling van reeds voldane koopsom af te dwingen; andere feiten en omstandigheden buiten kennelijke missslag; stelplicht, onbegrijpelijk oordeel; Hoge Raad doet zelf de zaak af.
Partij(en)
X (de koper), adv. mr. E. Grabandt
tegen
Y. (de verkoper), niet verschenen
Uitspraak
Feiten en procesverloop
3.1
- (i)
X (hierna: de verkoper) heeft in 1998 aan Y (hierna: de koper) een perceel met bedrijfsloods verkocht, alsmede een aantal bijbehorende roerende zaken waarvoor op 31 december 1998 een bedrag van ƒ 25 000 betaald diende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.