JOL 2006, 846
Executiegeschil; misbruik van bevoegdheid? Onbegrijpelijk oordeel. Nu tussen partijen niet in debat was dat thans verweerder in cassatie reeds vóór de uitspraak van het arrest waarbij thans eiser tot cassatie is veroordeeld om aan verweerder een bedrag van ƒ 25 000 te betalen, dit bedrag heeft ontvangen, had het hof tot geen ander oordeel kunnen komen dan dat verweerder, betaling van de reeds voldane geldom afdwingend door middel van de tenuitvoerlegging van genoemd arrest, misbruik van bevoegdheid maakt.
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY9224 (Schmidt/Thunnissen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/279HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AY9224
- Roepnaam
Schmidt/Thunnissen
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY9224, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY9224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑09‑2005
Essentie
Executiegeschil; misbruik van bevoegdheid? Onbegrijpelijk oordeel.
Nu tussen partijen niet in debat was dat thans verweerder in cassatie reeds vóór de uitspraak van het arrest waarbij thans eiser tot cassatie is veroordeeld om aan verweerder een bedrag van ƒ 25 000 te betalen, dit bedrag heeft ontvangen, had het hof tot geen ander oordeel kunnen komen dan dat verweerder, betaling van de reeds voldane geldom afdwingend door middel van de tenuitvoerlegging van genoemd arrest, misbruik van bevoegdheid maakt.
Partij(en)
[Eiser], eiser tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
[Verweerder], verweerder in cassatie, niet verschenen.