Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 43
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Handelen in strijd met hetgeen van een redelijk handelend en redelijk vakbekwaam advocaat mag worden verwacht doordat hij niet na de ambtshalve verlening van een toevoeging en vóór het einde van de strafzaak derden in kennis heeft gesteld van het feit dat de cliënt voor betaalde rechtsbijstand had gekozen en/of hij er van afzag gebruik te maken van de verleende toevoeging? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 22-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1489
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/275HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AZ1489
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1489, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Handelen in strijd met hetgeen van een redelijk handelend en redelijk vakbekwaam advocaat mag worden verwacht doordat hij niet na de ambtshalve verlening van een toevoeging en vóór het einde van de strafzaak derden in kennis heeft gesteld van het feit dat de cliënt voor betaalde rechtsbijstand had gekozen en/of hij er van afzag gebruik te maken van de verleende toevoeging? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], eiser tot cassatie, adv. mr. P.S. Kamminga,
tegen
[Verweerder], verweerder in cassatie, adv. mr. B.D.W. Martens.