NJB 2007, 151
HR, 22-12-2006, nr. C05/221HR: Van Rattingen Grondverzet/Loenen
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1582 (Van Rattingen Grondverzet/Loenen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein en J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/221HR
- Conclusie
A-G J. Spier
- LJN
AZ1582
- Roepnaam
Van Rattingen Grondverzet/Loenen
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1582, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2005
- Wetingang
BW art. 6:74; Awb art. 1:3
Essentie
Bodemsanering. Geschil tussen pachter van een perceel landbouwgrond en grondonderneming over de vergoeding van de kosten tot sanering van door die onderneming gestorte verontreinigde grond; ‘formele rechtskracht’ van sommatie van de provincie tot verwijdering van de grond ziet hier op de daarin neergelegde bestuurlijke beoordeling van de verwijderingsnoodzaak die in dit geding (tussen civielrechtelijke (rechts)personen waarbij de overheid geen partij is) niet meer ter discussie kon worden gesteld nu partijen daartegen niet zijn opgekomen.
Partij(en)
X (de grondonderneming), adv. mr. E. van Staden ten Brink
tegen
Y. (de pachter), adv. mr. E. Grabandt
Uitspraak
Feiten en procesverloop
- (i) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.