JOL 2006, 839
Leer formele rechtskracht van besluit: toepassing in procedure tussen civielrechtelijke (rechts-)personen? De verwijzing door het hof in deze civiele procedure tussen een opdrachtgever en een aannemer naar de formele rechtskracht van de door het hof als besluit in de zin van art. 1:3 Awb aangemerkte sommatie van de Provincie aan de aannemer en de opdrachtgever tot verwijdering van de door de aannemer geleverde verontreinigde grond, moet aldus worden verstaan dat zij betrekking heeft op de in het besluit neergelegde bestuurlijke beoordeling van de noodzaak tot verwijdering van de grond. Deze beoordeling, die vooral betrekking heeft op de ernst van de verontreiniging, kon naar het kennelijke oordeel van het hof in dit geding niet meer ter discussie worden gesteld, nu de aannemer ook zelf de mogelijkheid van bezwaar en beroep daartegen, hoewel dit op haar weg had gelegen, niet heeft gebruikt. Adlus verstaan getuigt het oordeel van het hof niet van een onjuiste rechtsopvatting.
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1582 (Van Rattingen Grondverzet/Loenen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/221HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AZ1582
- Roepnaam
Van Rattingen Grondverzet/Loenen
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1582, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2005
Essentie
Leer formele rechtskracht van besluit: toepassing in procedure tussen civielrechtelijke (rechts-)personen?
De verwijzing door het hof in deze civiele procedure tussen een opdrachtgever en een aannemer naar de formele rechtskracht van de door het hof als besluit in de zin van art. 1:3 Awb aangemerkte sommatie van de Provincie aan de aannemer en de opdrachtgever tot verwijdering van de door de aannemer geleverde verontreinigde grond, moet aldus worden verstaan dat zij betrekking heeft op de in het besluit neergelegde bestuurlijke beoordeling van de noodzaak tot verwijdering van de grond. Deze beoordeling, die vooral betrekking heeft op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.