AB 2008, 8
HR, 22-12-2006, nr. C05/221HR: Van Rattingen Grondverzet/Loenen
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1582, m.nt. G.A. van der Veen (Van Rattingen Grondverzet/Loenen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/221HR
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
G.A. van der Veen
- LJN
AZ1582
- Roepnaam
Van Rattingen Grondverzet/Loenen
- JCDI
JCDI:ADS859741:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1582, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2005
- Wetingang
Awb art. 1:3; BW art. 6:162
Essentie
Formele rechtskracht van besluit: toepassing in procedure tussen civielrechtelijke (rechts) personen?
Samenvatting
Een aannemer heeft in opdracht van thans verweerder in cassatie op diens perceel — naar later is gebleken: verontreinigde — grond aangebracht. De Provincie heeft de opdrachtgever en de aannemer gesommeerd de verontreinigde grond te verwijderen. In dit geding spreekt de opdrachtgever de aannemer aan tot vergoeding van de door hem gemaakte kosten van het verwijderen en het afvoeren van de grond.
Het hof heeft in rov. 4.3 van zijn arrest geoordeeld dat, gegeven de sommatie van de Provincie bij schrijven van 17 april 1998, 'van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.