AB 2007, 116
Omvang geschil bij de nationale rechter na de beantwoording van prejudiciële vragen.
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ3083, m.nt. R. Ortlep, M.J.M. Verhoeven (Staat/Ten Kate)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
Mrs. Fleers, De Savornin Lohman, Van Buchem-Spapens, Hammerstein, Asser; A-G Verkade
- Zaaknummer
C02/140HR
- Noot
R. Ortlep, M.J.M. Verhoeven
- LJN
AZ3083
- Roepnaam
Staat/Ten Kate
- JCDI
JCDI:ADS869145:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ3083, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ3083, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2002
- Wetingang
Essentie
Omvang geschil bij de nationale rechter na de beantwoording van prejudiciële vragen.
Samenvatting
Bij de beantwoording van de vraag in hoeverre met deze nieuwe feiten rekening moet worden gehouden in de procedure na verwijzing, is het volgende van belang.
De prejudiciële procedure is een aan gemeenschaps(proces)recht onderworpen procedure, die wordt gekenmerkt door het ontbreken van partijen in de eigenlijke zin (HvJ EG 27 maart 1963, zaken 28–30/62 (Da Costa e.a.), Jur. 1963, p. 61 e.v.). Dit neemt niet weg, dat er een verband bestaat tussen deze procedure en het hoofdgeding tussen partijen.
Het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.